historische brouwtechniek in stekene

Brouwerij Gebroeders De Arend De Vogelaer 1899 - 1936 Kerkstraat

Omstreeks 1900 waren in Stekene talrijke brouwerijen aktief. Eugeen DE KESEL, Ferdinand en Pieter THUYSBAERT en Reguul Van Hecke hadden een brouwerij in de Dorpsstraat. Raphael Thuysbaert brouwde in de Polenlaan en Burgemeester August DE SMEDT in de Stationsstraat. De brouwerij van Lidephons VYDT tenslotte, bevond zich op de Brug. Ze leverden bier aan partikulieren, maar vooral aan de herbergen die rond de eeuwwisseling een grote aangroei kenden (1). In 1896 besliste Alfons DE VOGELAER eveneens om zich als zelfstandige brouwer te vestigen (2). Zijn broer Petrus, die brouwer was geworden bna zijn huwelijk met de Keerbergse brouwersdochter Coleta TROCH, beinvloedde ongetwijfeld deze beslissing.

 

De brouwerij " Den Arend " genoemd, zal ruim 50 jaar blijven bestaan. Alfons kocht in 1896, de huidevetterij van Emiel DE KESEL-THUYS-BAERT, die in de Kerkstraat tegenover de kerk gelegen was (kadastrale ligging sectie A nr. 732 ) en verbouwde ze tot brouwerij. De werken duurden tot 1899. Hij heette zijn brouwerij " Den Arend ", naar de koning der vogels en maakte dit bekend door een smeed-ijzeren arend op het torentje van de mouterij te plaatsen. De inrichting van de brouwerij, de aankoop van de apparatuur en de werktuigen vergden een grote investering. We veronderstellen dat hij landbouwgrond, huizen en bossen verkocht om voldoende kapitaal te verzamelen.

Hij had die ei gendommen voornamelijk verkregen door zijn huwelijk met Maria GROELS. Het kadaster vermeldt dat de ongeveer 23 hektaren eigendom in 1903, verminderden tot circa 2 hektaren in 1904 (3).

Aanvankelijk leidde Alfons zelf de brouwerij. Hij stelde enkele brouwersknechten te werk. Onze zegsman, de nu 78-jarige Rafaël De Vogelaer, kan zich de knechten nog herinneren :
- Cisken DE ROOS uit de Bokkestraat ( Sparrenhofdreef ) die instond voor het paard en het vervoer ;

- Nand en den Dikken Stroobandt die hielpen brouwen en tevens belast waren met het onderhoud van de brouwerij ;

- Siemen de Kuiper uit de Brugstraat die tonnemaker was. Hij maakte de tonnen en brandmerkte ze met A. D. V. , het teken van de brouwerij ( 4 ).

De beginjaren behoorden tot de welvarendste van de brouwerij. Het bier werd gedronken te Stekene en omliggende gemeenten. De brouwerij had voldoende afzet om ruim in de levensbehoeften van het gezin de Vogelaer te voorzien en om tevens de brouwersknechten te betalen. Het was de eerste wereldoorlog die tegenspoed bracht. De Duitse bezetter legde beslag op de koperen buizen, kuipen en brouwketels. Ze gebruikten die in de munitie- en wapenindustrie. In ruil voor het opgeëiste materieel werden "bons" afgeleverd.
Alfons bleef echter niet bij de pakken zitten. Met een collega-brouwer, Paul DE KESEL ( die de brouwerij van Pieter THUYSBAERT had overgenomen ) werd een overeenkomst gesloten. Alfons mocht daar brouwen op de dagen dat De Kesel zelf zijn apparatuur niet nodig had. De brouwerij De Kesel was uitgerust met materieel dat de Duitsers niet konden gebruiken. Op deze wijze kon de Vogelaer tijdens de oorlog verder produceren.

 

Aanvankelijk leidde Alfons zelf de brouwerij. Hij stelde enkele brouwersknechten te werk. Onze zegsman, de nu 78-jarige Rafaël De Vogelaer, kan zich de knechten nog herinneren :
- Cisken DE ROOS uit de Bokkestraat ( Sparrenhofdreef ) die instond voor het paard en het vervoer ;

- Nand en den Dikken Stroobandt die hielpen brouwen en tevens belast waren met het onderhoud van de brouwerij ;

- Siemen de Kuiper uit de Brugstraat die tonnemaker was. Hij maakte de tonnen en brandmerkte ze met A. D. V. , het teken van de brouwerij ( 4 ).

De beginjaren behoorden tot de welvarendste van de brouwerij. Het bier werd gedronken te Stekene en omliggende gemeenten. De brouwerij had voldoende afzet om ruim in de levensbehoeften van het gezin de Vogelaer te voorzien en om tevens de brouwersknechten te betalen. Het was de eerste wereldoorlog die tegenspoed bracht. De Duitse bezetter legde beslag op de koperen buizen, kuipen en brouwketels. Ze gebruikten die in de munitie- en wapenindustrie. In ruil voor het opgeëiste materieel werden "bons" afgeleverd.
Alfons bleef echter niet bij de pakken zitten. Met een collega-brouwer, Paul DE KESEL ( die de brouwerij van Pieter THUYSBAERT had overgenomen ) werd een overeenkomst gesloten. Alfons mocht daar brouwen op de dagen dat De Kesel zelf zijn apparatuur niet nodig had. De brouwerij De Kesel was uitgerust met materieel dat de Duitsers niet konden gebruiken. Op deze wijze kon de Vogelaer tijdens de oorlog verder produceren.

 

Brouwerij DE VOGELAER

DAK RUITER OP DE MOUTERIJ

foto : Brouwerij 'De Snoeck', Alveringem, 1871. De installaties zijn van een vroegere brouwerij.